Verschillende soorten zaden

In dit artikel gaan we het hebben over zaden. Wat zijn zaden nou precies? Welke zaden zijn het makkelijkste voor als je een moestuin wilt beginnen? Ook gaan we de verschillende stappen van het oogsten in kaart brengen.

Wat zijn zaden nou precies?

Je kan een zaadje vergelijken met een baarmoeder, een zaadje bevat namelijk het embryo van een nieuwe plant. Alleen is het bij planten zo dat het embryo in het zaadvlies in het zaadje slaapt totdat bepaalde omstandigheden veranderen (temperatuur, vocht of licht).

Verschillende soorten zaden

Allereerst heb je ‘makkelijke’ en ‘moeilijke’ zaden. Makkelijke zaden hoef je weinig aan te doen en kan je zonder veel bewerkingen zaaien. Meestal heb je bij de makkelijke zaden al binnen 3 weken resultaat. Als je net begint kun je het beste hiermee beginnen, ideale groenten en kruiden om je moestuin mee te beginnen zijn: bloemkool, sla, tomaten, paprika, peterselie, bieslook of basilicum. Moeilijke zaden vind je vooral onder de vastenplant-zaden.

Zaden kopen of zelf oogsten?

Je kunt er voor kiezen om zaden te kopen of zelf te oogsten. Kopen is natuurlijk de makkelijkste weg, je koopt zaadjes om deze vervolgens te planten. Het nadeel hiervan is dat het geld kost. Oogsten is ‘gratis’ maar kost wel meer werk. Het voordeel is wel dat je precies weet waar je plantjes vandaan komen.

Waarom oogsten?

Veel tuinplanten vormen na de bloei zaadjes waaruit volgend jaar allemaal nieuwe tuinplanten tevoorschijn komen. Om dit te benutten moet je ze oogsten en bewaren, zodat je volgend jaar ‘gratis’ kunt planten. Hieronder de stappen die je moet volgen om de zaadjes te oogsten:

1. Zaden oogsten
Nadat de zaden rijp zijn, ga je oogsten. Eigenlijk worden bijna alle zaden in de nazomer geoogst. Dit is uiteraard afhankelijk van de soort. Je moet de zaden niet te vroeg oogsten, anders heb je namelijk kans dat ze nog niet helemaal rijp zijn. Dit kun je eenvoudig testen door er zachtjes aan te rammelen, als je weerstand voelt zijn ze nog nog niet helemaal rijp en moet je nog wachten met oogsten. Vaak is dit best veel werk want het kan zo zijn dat de zaden ongelijkmatig rijpen, dan moet je dus telkens kijken of er nog zaden zijn om te oosten.

2. Zaden drogen
Spreid ze uit op een groot oppervlak (krant of dienblad bijvoorbeeld) en leg er een geschreven label bij van het desbetreffende geoogste zaadje zodat je onthoudt welke zaden het zijn. Dit alles kost dus allemaal best even werk omdat je dus goed moet kijken of de zaden al rijp zijn om te laten drogen, soms helaas zaadje voor zaadje. Op deze manier drogen de zaden die je de dagen ervoor hebt geoogst dus eerder. Verwijder eventuele insecten en blaadjes. Leg het dienblad met zaden niet in de zon maar op een beschaduwde en droge plek. De droogtijd is afhankelijk van de zaden maar gemiddeld duurt het tussen de 3 en 6 dagen. Tip: laat ze liever een week te lang droog dan een dag te kort. Te droog kan namelijk nooit geen kwaad en als de zaden nog vochtig zijn heb je kans dat ze gaan schimmelen.

3. Zaden schonen
Nadat de zaden zijn gedroogd kunnen de zaden ‘geschoond’ worden. Je doet dit vooral om de zaden goed te kunnen zien. Ook heb je hierdoor de minste kans dat het bijvoorbeeld alsnog gaat schimmelen. De beste manier is eigenlijk met de hand, zaadje voor zaadje met de hand pakken en in een apart pakje doen. Maar voor de kleinere zaadjes is hier uiteraard niet aan te beginnen. Je kunt deze het beste door een passende zeef doen. Een andere mogelijkheid is blazen, de zaden zijn namelijk altijd zwaarder dan de schilfertjes en aarde.

4. Het bewaren van zaden
De zaden kun je het beste bewaren op een koele, donkere en vooral droge plek. Omdat zaden vaak mooi zijn om te zien, is het leuk om ze in glazen potjes te bewaren. Je kunt ze op deze manier niet alleen veilig bewaren maar ook nog bewonderen. Papieren zakjes worden ook veel gebruikt, alleen is dit in praktijk niet altijd even handig. Ze scheuren snel en een druppel vocht en je zaden kunnen al gaan beschimmelen.